dinsdag 24 juli 2012

Hoepla!


Zo blog je de ene dag over de 65steverjaardag van je vader en jouw keuze om verder met hem te leven. De volgende dag het andere uiterste. Ik blogde er vorige week al over,maar nu is het dan toch echt voorbij.

Gisteren is zij overleden, mijn oma - Neels van Staalduinen - van der Hout - 96 (!) jaar oud.

Een oma die ik voor altijd zal blijven herinneren vanwege de volgende dingen: Biefstuk met doorgekookte aardappelen en wortels en jus! Veel jus! En dan prakken, mjam, mjam, mjam. Draadjesvlees, ook dat maakte ze zoals een echte oma betaamt. Stoofpeertjes! Roomboterkoekjes, chipolatapudding. Zoals gewoonlijk gaat mijn door voedsel geobsedeerde kant als eerste met mijn herinneringen aan de haal.

Maar ook de Big Ben, die hing in de gang – net als nu bij mijn bejaarde buurman waardoor ik elke dag eventjes weer aan haar denk. De lange marmeren gang waarin wij als kind eeuwig heen en weer raceten. De enge steile trap, die bekleed was met tapijt en waar je gemeen op kon uitglijden. Behalve oma, die rende – hakken en al – die trap op en af alsof het niets was. Spelen in de achtertuin, met tinnen tobbes. De geitjes voeren. 's Gravenzande, want daar woonde ze. Eindeloze spelletjes mikado op de tafel met het Perzische kleed – waarop je heerlijk kon vals spelen. Onneuzen, zo noemde oma dat, en zij was daarin de onbetwiste kampioen. En ze ging naar de mart. Oma die aankwam rijden in haar witte Starlet. Dat was de oma uit mijn jeugd.

Maar oma werd later ook: 10x hetzelfde gesprek voeren over altijd dezelfde onderwerpen. Je wist het van te voren. En ja, 5 minuten nadat je je eerste kop koffie gekregen had begon de riedel:

En je broer? Heeft die al een vriendin?” Waarop standaard 'nee' antwoordde en zij zich afvroeg waarom dat toch kon. Want het is zo'n leuke jongen. En een jongen, dat bleef hij voor haar ook, ook toen hij al lang en breed 32 jaar oud was.

De Echtgenerd? Die werkt toch bij het ministerie? Heeft hij je vader nog gekend?” Natuurlijk noemde ze de Echtgenerd geen Echtgenerd, het internet ging aan haar voorbij. En ja, hij heeft bij het ministerie gewerkt, net als mijn vader. Maar daartussen zat een jaar of 20 tussen – iets wat zij niet meer begreep.

Ja, autorijden doe ik niet meer. Ik heb het altijd gedaan hoor, nooit ongelukken gehad. Maar op een gegeven moment moet je stoppen. Hij staat nog altijd beneden. Tante M. rijdt er nu in.

En die kleine jongen? Hoe oud is hij nu? Zo oud al? Meid, wat gaat de tijd snel!

En een inkoppertje, omdat ik wist dat ik haar daarmee blij maakte, het commentaar op de meegebrachte bloemen: “Ik hou zo van bloemen! Ik heb altijd bloemen in huis! Opa ook (al noemde ze hem de laatste jaren altijd Oom Maarten omdat ze vergat dat ik haar kleindochter en niet een nichtje was), altijd als we terug waren van vakantie, haalde hij eerst bloemen.

Bij oma las ik de Libelle en de Vorsten, terwijl zij na het eten dutte in haar stoel. Bij oma at je standaard Mona pudding toe.

Oma's grootste nachtmerrie was niet meer thuis kunnen wonen en naar zo'n verschrikkelijk bejaardenhuis te moeten gaan. Een schrikbeeld wat de afgelopen tijd steeds meer de mogelijke werkelijkheid leek te gaan worden. Tot gisteren dus.

Dag lieve oma! Hoepla!

1 opmerking:

  1. Ach, bij mijn schoonmoeder las ik ook de Vorsten. Al was dat de laatste 6 jaar niet meer omdat ze toen dement(erend) was.
    Gecondoleerd. En sterkte de komende tijd.

    BeantwoordenVerwijderen