“He? Wat moet ik nu doen?”
Stomverbaasd staat Het Kind in de deuropening. “Nou, lieffie, dat
weet je toch zolangzamerhand wel?" Reageer ik. “Het is tijd om naar
school te gaan, dus gewoon dat wat je elke dag doet?”
“Maar wat moet ik dan nu doen?”
Vraagt hij nog een keer.
“Ben je al naar de wc geweest?”
“Euh... nee. Nog niet.”
“Nou, als je daar nu eens mee
begint.”
5 minuten later pluk ik hem uit zijn
slaapkamer, waar hij druk aan het spelen is.
“Zeg, meneer. Moest jij niet naar
school?”
“Euh? Oh ja, dat is waar.”
“Heb
je je tanden al gepoetst?”
“Nee.”
“Nou, ga dat
eens doen dan. Oh, en schiet een beetje op. We moeten bijna de deur
uit, anders komen we te laat.”
Het Kind komt overeind, loopt richting
de deur, wordt afgeleid door een speelgoedje en wil nu daarmee gaan
spelen.
“HALLO!! Schiet eens op! Tanden
poetsen. Hop, hop, hop!”
“Nou, hoor. Je hoeft niet boos te
worden.” Moppert meneer, terwijl hij met een slakkengang richting
de badkamer loopt.
Eenmaal daar, moet er eerst met het
krokodilletje worden gespeeld.
“Schiet nou op! Je komt te laat!”
Vervolgens moeten er gekke bekken
getrokken worden naar de spiegel.
“Schiet nou op.” Inmiddels sta ik
ongeduldig in de deuropening erop toe te zien dat z'n tanden met een
beetje vaart de aandacht krijgen die ze nodig hebben.
“Ok, schoenen aan, jas aan, tas
pakken. Dan kunnen we ervan door.”
“Huh? Waar naar toe dan?” Verbaasd
kijkt hij me aan, terwijl zijn handen al weer onderweg zijn naar dat ene autootje, waar ze graag mee willen spelen.
“Nou, school?”
“Oh ja." Hij rent de gang in, draait zich vertwijfelt om en kijkt me aan: "Wat moet ik nu doen, ook
al weer?”
“Schoenen aan, jas aan, tas pakken.
En OPSCHIETEN, we komen serieus te laat.”
“Maar waar zijn m'n schoenen, dan?”
Hij kijkt naar mijn handen alsof hij verwacht dat ik ze voor hem
klaar heb staan.
“Nou, daar waar je ze gisteren hebt
uitgetrokken?”
Terwijl hij met z'n schoenen bezig is,
loopt de kat langs, die natuurlijk aandacht moet.
“Nee, niet Tommy knuffelen.
Opschieten, we komen te laat!” Mijn geduld is inmiddels wel weer
opgebruikt voor vandaag.
Als we eindelijk op het punt staan
de voordeur door te lopen, kijk ik hem aan. “Ben je niet iets
vergeten?”
“Wat dan?” Op zijn gezicht verschijnt een verbaasde uitdrukking terwijl hij vaag om zich heen kijkt.
“Nou, je tas?”
“Oh, ja”
Je zou toch zeggen dat na 4 jaar
basisschool meneer inmiddels wel weet wat de bedoeling is. Maar soms
heb ik het gevoel dat ik net als in Groundhog Day elke keer weer
dezelfde ochtend beleef.
Elke ochtend weer is Het Kind oprecht
vergeten wat er van hem verwacht wordt. En elke ochtend weer sta ik
als een soort sergeant-majoor hem commando's te geven om ervoor te
zorgen dat hij niet al te laat op school verschijnt. En soms? Ja,
soms, dan word ik daar wel een beetje moe van.
Maar hij is wel lief, dat jochie met de
concentratiespanne van een goudvis. Maar dat moet ik niet al te vaak
hardop zeggen want dan klinkt het verstoord:
“IK BEN GEEN GOUDVIS!!” En kan ik
er zeker van zijn dat alles daarna nog langzamer gaat.